do it yourself

20 december 2013

Mosselsoep zonder mosselen


Ah ja, want die mosselen zijn de vorige dag al verorberd hé!
Je kent dat wel, heerlijk je buikje vol gegeten en daar zit je dan met die pot vol geurig vocht en grofgesneden groenten. Wat nu? Zeven en de groenten in de vuilnisbak kieperen? Of erger nog: alles door het toilet spoelen? Foei, dat is niet onze stijl, hier is het recup geblazen.

Natuurlijk kun je legio fijne mosselsoepen maken, à la Jeroen Meus bijvoorbeeld. Maar dan moet je weer bijkomende ingrediënten laten aanrukken en ben je wel een poosje in de keuken zoet.
Terwijl het véél eenvoudiger kan:

- vis de groenten met een schuimspaan uit het sap

- giet het vocht even door zeef met een doek erin (om restjes zand te verwijderen)

- doek in de was, groenten in de zeef en even onder de kraan houden (idem)

- groenten bij het mosselvocht en een goeie scheut water erbij (anders is het te zout)

- een restje groenten en kruiden toevoegen naar believen en laten koken.

En voilà, je hebt een flinke pan heerlijke soep!
In dit seizoen goed te bewaren (even doorkoken, deksel niet afnemen en buiten op het terras zetten bijvoorbeeld).

Ideetjes voor de ingrediënten: een prei, een worteltje, wat champignons... (selder en ui zitten er al genoeg bij).
Voor de kruiden: knoflook, kerrie, saffraan, fijne paprika...
Ook mixen behoort tot de mogelijkheden, of afwerken met een scheutje witte wijn, melk, room of citroensap.
Je hoeft absoluut geen keukenprinses te zijn, het lukt altijd!
De iets minder fraaie kleur moet je erbij nemen (vandaar geen foto - nee, dat is maar omdat ik wat lui ben...)

18 december 2013

Lieveheersbeestjestrui


Nog eens een oud breiwerk geüpcycled (ja: juiste spelling Groot Dictee!)

Waar die dingen vandaan komen is meestal niet meer te achterhalen. Zelfs mijn moeder is intussen zo oud dat haar geheugen het niet meer doet...
In ieder geval is dit stuk van hand tot hand gegaan: een of andere tante heeft ooit een beige voorpand gebreid met twee mooie kabels, iemand anders een achterpand en twee mouwen erbij - van veel dunnere, ietwat gespikkelde wol, maar in dezelfde kleur.
Iets met de maten bleek niet te kloppen en zo is de trui onafgewerkt blijven liggen.

Mooi was hij niet meer, maar in zekere zin verleidelijk: er was namelijk haast geen werk meer aan! Onderaan het achterpand nog één centimetertje breien en dan een boord toevoegen (van de dikkere wol), de mouwen een stukje uithalen want die waren te lang en te ruim, ze korter en smaller opnieuw breien en weer een boordje eraan van dikkere wol. De trui was zelfs al grotendeels aan mekaar genaaid!
Dan moest het stuk nog eens in de wasmachine, want erg helder zag het er niet meer uit.

En tot slot kreeg die ouwe trui nog een upgrade in de vorm van een garnituurtje. Voor de kleindochter die dol is op beestjes!

















In mijn eerste breiboek (gekocht in Londen in 1976 en heerlijk ouderwets) vond ik een ladybird-motief. Een pootje van dat beest kwam overigens goed van pas om een zwart stipje in het voorpand weg te werken.
En om het compleet te maken kwamen er nog twee kleinere ladybirds over de mouwen kruipen.



















Het motiefje is op het breiwerk 'gemaasd' - een leuk en dankbaar werkje, vind ik altijd - en aangezien de mouwen met naaldjes nr.2 gebreid waren werden de ladybirds daar automatisch ook kleiner (wel dezelfde gekleurde wol gebruikt maar een beetje strakker aangetrokken).
Je zult opmerken dat de lieveheersbeestjes wat dik uitgevallen zijn. Ik vermoed dan ook dat dit motief eerder voor haakwerk bedoeld was. Voor breiwerk, waar de steken een stuk breder zijn dan hoog, zou je het moeten aanpassen. Maar ik vond het wel leuk zo - en dat vond m'n kleindochter ook!

11 december 2013

Wintertas

Het is er eindelijk van gekomen. Ik wou een wintertas van resten gebloemde zetelstof: echt vintage dus!

Ik had een paar nieuwe stukken geërfd die niet heel groot waren, plus nog een lap die gerecupereerd leek van een oud meubel. Die zag er wel heel vies en afgesleten uit. Omdat ik dat stuk toch mee wou verwerken (al was het maar voor de binnenkant) heb ik het ettelijke keren in de wasmachine gestopt, tot het enigszins toonbaar was. En verder vond ik nog een groenachtige keperstof, die de voering kon aanvullen. En o ja, kantjes voor de afwerking heb ik te kust en te keur.

Een patroon moest ik zelf tekenen, rekening houdend met de afmetingen van de stof. Het enige wat ik gekocht heb is de rits (sinds een jonge kerel ooit in de Parijse metro achter mijn rug zijn hand in mijn schoudertas probeerde te wurmen, voor mij geen tassen zonder ritsen meer).

Nu heb ik dus dit sjieke stuk (zeg nou zelf - klikken voor meer detail):


De voering is een beetje fel uitgevallen, maar ach, het haalt de kleuren ook wat op: een combinatie van de oude stukken (binnenin zie je niet dat die afgesleten zijn) en de groene keper.



Een secuur werkje was het manoeuvreren om alle naden onzichtbaar tussen stof en voering te krijgen. Dat soort gepriegel kan ik gewoon niet laten...
Maar kijk, als ik de moeite en het geduld kan opbrengen willen mijn stukken ook wel eens lukken!

26 november 2013

Duurzaam in de tuin (2)


Met deze donkere dagen valt er in de tuin niet veel meer te doen. Maar het oogsten gaat lekker door:

- spruitjes
- paarse boerenkool ('Red Russian Kale', Brits): weelderig groeiend maar niet helemaal winterhard
- gewone groene boerenkool (Hollands), wel winterhard
- komatsuna, een Japanse bladkool, heerlijk voor in stamppot! Qua smaak enigszins te vergelijken met de (oer-Hollandse) raapsteeltjes.
- rucola - "la roquette", zeggen de Fransen verlekkerd - doet het altijd.
- nog sla: Rosita of 'wonder der vier jaargetijden': altijd zacht blad, zelfs als ze opgeschoten is.
- een paar (al wat verpieterde) ijskegeltjes (radijzen)
- rettich, een pittige, knapperige witte ramenas met grote opbrengst ('Münchner Bier', typisch Duits dus)
- aardperen: heerlijke groente voor mensen met sterkere darmen
- zoete koolrapen die in noordelijker landen (Nederland, Schotland...) heel groot kunnen worden, maar hier toch ook niet te versmaden.
- snijbiet - heb vandaag geleerd dat ze die ook 'doorlevende spinazie' noemen. Je kunt de dikke zaden makkelijk elk jaar opnieuw zaaien voor fris blad - tot zo lang eet je natuurlijk van de oude.
- nieuw-zeelandse spinazie is ook een optie, die blijft maar nieuwe scheuten vormen.
- pompoenen, in de gang of de garage zeer lang houdbaar (koel dus, maar niet te koud). De smaak wordt alleen maar beter.
- de laatste rode en (jawel) gele bieten:




Het zaad voor die gele bieten komt ook uit Groot-Brittanië. Ik dacht aanvankelijk dat ze op de rode zouden lijken en zette ze zo'n beetje door elkaar heen. Resultaat: die gele kanjers overgroeiden de rode compleet. Dit jaar staan ze dus in een rijtje apart, achteraan.
Ze zijn heel zoet en lekker, en smaken absoluut niet biet- of raapachtig. Gewoon schillen, het witte vruchtvlees in blokjes snijden en stoven zoals worteltjes. Ook het blad is eetbaar, als snijbiet.

- en tenslotte natuurlijk de prei. Wordt stilaan voldoende dik.




En wat staat daarachter zo weelderig te wezen, zult u vragen?
Ha, dat is het geheim van de smid: phacelia, een fantastische groenbemester. Uit te zaaien op alle afgeoogste perceeltjes: na de aardappelen, de uien, de boontjes... Komt eerst zo'n beetje schuchter op maar palmt daarna ieder vrij plekje in. Geen onkruidje dat er nog doorkomt!
Wanneer het zwaar gaat vriezen - meestal pas eind januari - gaat ze eraan en in de lente staan alleen nog wat droge stengeltjes overeind: dan is de grond perfect om erin te vliegen, je kunt zo zaaien of planten.
Dit is echt de duurzaamste manier om je grond goed te houden, zonder enig spitwerk. En in tegenstelling tot andere groenbemesters (mosterdachtigen en zo) interfereert hij met geen enkele van je groenten! Past in alle vruchtwisselingschema's.

2 november 2013

De confituren


Ooit heb ik me voorgenomen geen groenten meer in te vriezen noch confituur te maken. Want dat was zowat de hoofdbezigheid van de zomervakanties in mijn kinderjaren... in een snikhete veranda, pfff! Groenten zouden meteen na het oogsten verorberd worden, wat over was weggegeven, en fruit? Dat zou ik gewoon niet zetten.
Maar in werkelijkheid brokkelen principes net zo af als andere leeftijdsverschijnselen. Boontjes eet ik nog altijd het liefst vers, peultjes en zo gaan er ook goed in. Maar reuzestukken pompoen, prei die dreigt door te schieten en andere groenten waar je je zat in gegeten hebt... toch maar de diepvries in.

Fruit had ik zoals gezegd niet. Maar met een grote moestuin zijn aardbeien toch wel praktisch - voor de vruchtwisseling en zo. Frambozen stonden er al, een zomer- én een herfstras, evenals ordinaire rode bessen die ik het eerste jaar genegeerd heb maar die later Jostabessen bleken te zijn! En ook vanuit het ouderlijk huis kwamen smeekbeden om het vele fruit te komen plukken.

Op de zenstages die ik regelmatig bijwoon daagt ieder jaar een Fransman op, Gilles, met een hele collectie confituren. Die laat hij proeven bij het ontbijt en verkoopt ze dan: allerlei speciale en gekruide combinaties, waar ik een gretige afnemer van was. Maar zelf confituur maken, poeh! Dan moet je tonnen suiker aanslepen en van die vieze toevoegsels gebruiken voor het dikken en bewaren, zo vond ik in mijn jongere (en fanatiekere) periodes.
Maar intussen koopt een mens wel confituur, zo nu en dan. Het is zoals met cake: als ik zo'n 4/4 recept bekijk slaat de schrik mij om het hart! Suiker, boter, eieren... al wat ongezond is, en dikmakend bovendien. Wat niet belet dat ik wel met smaak een stuk cake zal verorberen, als ik de kans krijg. Zo is de mens...

Wie mij echt over de streep heeft getrokken, was Madam Confituur. Al die fijne en originele recepten, dat moet toch kunnen! En zij doet dat geheel complexloos... met 'confituursuiker'. Zou ik dan toch maar niet??...
Mijn supermarkt bleek intussen over een heel assortiment van dit artikel te beschikken: de klassieker, 1 kg suiker voor 1 kg fruit, maar ook: 500 g suiker voor 1 kg fruit en zelfs 500 g suiker voor 1,5 kg fruit! Perfect natuurlijk, als je niet van dat mierzoete spul op je boterham wilt.

Het is dus zoiets geworden:


Natuurlijk is er al een deel van opgegeten respectievelijk weggegeven, maar nog keuze genoeg:

De eerste waren aardbeien met kardemompeultjes en kafferlimoenblad (heb ik een paar planten van, door broer gezaaid met zaad uit Thailand).

Daarop volgden Jostabessen met perziken (die toen goedkoop waren). Jostabes, voor wie ze niet kent, is een Duitse uitvinding: een kruising tussen blauwe bes en kruisbes (stekelbes, zeg maar). Maar om het effect van pitjes en velletjes te verzachten doe ik er graag wat zacht fruit bij.

Dan kwamen de stekelbessen, met appels (om dezelfde reden), saffraan en kaneel.

Daarna frambozengelei.

Pruim en jostabes (die bleven maar komen) met groene anijs (uit de Turkse winkel).

Nog eens blauwe pruimen met een rest rabarber, munt en grappa (een geintje, smaakt niet erg door).

Bramengelei met wat framboos en appel.

Een derde oogst blauwe pruimen met kaneel, groene anijs en kardemom. (Nog een geluk dat de gele pruimen gebarsten en afgevallen waren door de regen...)

Moet ergens ook nog een scheut amandelextract bij gegooid hebben, maar weet niet meer waarin. En ergens anders een rest cocospasta (van Oxfam, te zoet naar mijn smaak).

En de laatste jamsessie van het jaar - oef oef! - was dwergkwee (sierkwee) met peren, vanille en kafferlimoen.

Ben bijna zelf een madam confituur geworden...


PS op 11 november:
Mijn verzuchting van hierboven werd geen werkelijkheid. Want daar kwam schoonzus aanzetten met drie potten frambozensap uit de diepvries (fijn dat ik ze zelf niet moest persen!) OK dan, enkele bananen erbij gemixt, een scheut zure granaatappelsiroop uit de Turkse winkel - voor het zuur-zoet-evenwicht - en, voor een bijzonder smaakje: ditmaal wat Griekse salie (zoeter en aromatischer dan de bittere salie uit ons klimaat). Toch weer vijf potten, en... lekker!

1 november 2013

Duurzaam in de tuin


Van lange duur, iets wat lang meegaat, zegt het woordenboek.

Een paar jaar geleden wou ik nog eens artisjokken zaaien. Mooie plant en lekkere bloemknoppen vooral.
In ons klimaat moet je echter geduld hebben: tot die plantjes in de volle grond mogen, tot het eindelijk zomer wordt, en als ze volop aan de groei en bloei gaan... dan kondigt het najaar zich alweer aan en moet je met weinig genoegen nemen.
Toen de vorst inviel zaten we in het buitenland. Broer-tuinier een mail gestuurd, die meteen een groot vel plastiek over de planten heeft gedrapeerd. En wonder boven wonder: ze overleefden niet alleen de lange koude winter maar behielden zelfs hun blad. Zo konden we in de lente alweer artisjokken eten. In deze contreien nooit vertoond!
Toen kwam er een natte zomermaand aan (ik herinner me al niet meer welke) en viel een van mijn planten om. Er zijn tuiniers die elke onregelmatigheid meteen opruimen, maar zo niet deze: hier mag een plant zich al eens onvoorspelbaar gedragen, opkomen waar het niet hoort enz... we zien wel wat ervan komt.
En kijk, na een paar weken kwamen aan de basis van de verrotte plant jonge scheutjes te voorschijn. En later - véél later - toen de andere twee tenslotte uitgebloeid en verdroogd waren: daar warempel ook.


Als dat geen duurzame artisjokkenkweek is! Het plastic voor de volgende winter ligt al klaar.

Een ander voorbeeld: de peterselie. Je zaait ze, het kan heel lang duren eer je er iets van hebt en de volgende lente schiet ze door.
Niet opruimen dus, desnoods even verplaatsen als je op die plaats wat anders wilt: hier staat ze dus naast de artisjok.

















Vorig jaar waren de planten aan het einde van de zomer al verdroogd en heb ik ze afgeknipt en op een vrij plaatsje neergelegd.
Daaronder kwamen piepkleine kiemplantjes op die zonder enige bescherming de winter doorkwamen - dat is nu een maal de functie van kiemplantjes bij tweejarigen. Het resultaat?



De plant op de achtergrond is ditmaal geen artisjok maar een kardoen. Door de late zomer ook niet tot volle wasdom gekomen, maar we zien wel hoe het er verder mee gaat.

21 oktober 2013

Kilt voor meisje

Als ik bij creatieve jonge blogsters al die leuke kinderkleren zie, bekruipt me altijd zo'n dom gevoel: wat voor een oma ben je eigenlijk, als je zo zelden iets voor je kleinkinderen maakt?!
Er is een praktisch probleem, dat wel: de kindjes in kwestie zijn nogal ver buiten mijn bereik, dus opmeten en passen is niet evident. Bovendien hebben ze daar in het hoge noorden weinig boodschap aan die o zo fleurige zomerdingetjes...

In de lente vroeg ik dan toch aan mijn dochter of ik niets kon maken voor haarzelf of voor de kids. Het antwoord kwam snel: Ardje wil zo graag een kilt! Niet te verwonderen, gezien de omgeving waar ze woont.

Ik vond nog een geruit wollen stofje en ging dus aan de slag. Een flink stuk knippen ("op de groei", zoals onze moeders zeiden), zomen, de vouwtjes instrijken - dat ging allemaal best. Maar die taille...
Mama had in mei 54 cm gemeten, en toen ik na de zomer vroeg of daar niet wat bij gekomen zou zijn, luidde het antwoord: neenee, ze is nog altijd even slank!
Ik had natuurlijk beter moeten weten. Na wat gesukkel met die slanke taille kreeg ik het kiltje af. Goed gelukt, vond ik zelf. Een paar grote drukknopen mee ingepakt (die zou ik ter plaatse aanzetten) en hop, naar Schotland ermee!

De praktijk bleek toch wat anders (klik om te vergroten).


Niet alleen heeft zo'n achtjarige nog geen taille die goed rokjes ophoudt, maar ook groeien kinderen nu eenmaal als kool! De lengte was dus al niet meer 'op de groei' (dat lijkt alleen maar zo omdat het ding afzakt) en de omslag... oordeelt u zelf.


Nu heb ik geen ondankbaar nageslacht, dus mama en dochter waren tevree. Opa maakte een paar foto's, zonder zich erom te bekreunen of het rokje wel netjes zat (met de plooitjes achteraan, om maar iets te noemen).


Oma daarentegen wou het hele rokje het liefst terug meenemen naar huis om er een ruimere tailleband aan te naaien en die drukknopen wat strakker te zetten - maar dat feestje ging niet door!
Ach ja. Binnen een paar maanden is het hele rokje al wat vies geworden, in de was geweest, zijn de plooitjes niet meer wat ze waren... en komt het wel naar België terug om alsnog de passende afwerking te krijgen :-)
Zoals ik dus zei: naaien voor overzeese kleinkinderen ligt niet voor de hand.


Voor wie het mocht interesseren, hier een
                gebruiksaanwijzing voor een plooirokje (al of niet kilt)

1. De gewenste lengte knippen met naadtoeslag (1 cm boven) en zoom (enkele cm). De zoom instrijken en naaien.
2. De plooien instrijken: hierbij altijd uitgaan van de breedste maat, de heupwijdte (even rekenen om op deze breedte uit te komen). Bij een geruite stof moeten de plooien in principe de ruitjes volgen, bij een effen stofje heb je meer vrijheid.
3. Op het stuk tussen heupen en taille (bij een achtjarige ongeveer de bovenste 15 cm) moet je de plooitjes dan zo ver over mekaar leggen dat je op de juiste taillewijdte uitkomt. Daarvoor mogen de plooien in dit gedeelte maar ten dele ingestreken zijn: alleen de buitenste vouw. Plooien bovenaan vastspelden en de bovenste 15 cm verder strijken.
4. Tailleband op de gewenste lengte knippen: voor een gewoon rokje is dit de taillewijdte plus een paar cm overslag (voor een knoop). Voor een kilt is dat laatste niet per se nodig, als je zoals ik met grote drukknopen werkt.
5. Bij een kilt moet je natuurlijk aan de twee uiteinden een stuk zonder plooien voorzien, voor het vlakke gedeelte vooraan. Vergt iets meer rekenwerk. De rand van de overslag kun je dan wat uitfransen.
6. Bij een traditionele kilt zit onderaan de overslag een soort van langwerpige speld (lijkt eigenlijk meer op een broche). Maar als je zo'n ding al vindt is het peperduur (verzilverd en zo).
Vroeger kon je hier op het vasteland kiltrokken kopen met een grote sluitspeld erop, maar dat vind ik niet mooi. Dus heb ik maar een mooie bijpassende knoop (op een onzichtbare speld) gebruikt. Daar was de Schotse kleindochter helemaal tevreden mee!

28 september 2013

Sleedoornbessen op jenever

En terwijl we toch bezig zijn, iets nog eenvoudigers! Het enige moeilijke eraan is een sleedoorn vinden (struik of kleine boom, gekweekt of in het wild). Ze staan nu volop met vruchten.

De bessen schoonmaken betekent alleen hier en daar een steeltje of een ongaaf (wormstekig) exemplaar verwijderen en even spoelen in een vergiet.
Dan doe je ze in een plastic zak en stopt ze een nachtje in de diepvries.
De volgende morgen schenk je zo'n driekwart kilo bessen in een paar grote bokalen en giet er een liter jenever over. Kruiden naar smaak toevoegen (ik moet verklappen dat ik de kruiden van m'n stoofperen bij het afvullen gewoon gerecupereerd heb - zo gaat het natuurlijk ook). O ja, de suiker niet vergeten. Ik heb maar 170 g gebruikt, maar als je voor een zoet likeurtje bent mag meer ook.


Zet de flessen enkele dagen op een warm plekje tot de suiker gesmolten is. Daarna op kamertemperatuur houden tot Kerstmis. Het drankje krijgt eerst een blauwe, dan een rodere kleur - ongeveer zoals mijn stoofpeertjes in de post hieronder.
En het mooiste is: als je het vocht gedronken hebt kun je de bessen nog eens hergebruiken: een nieuwe fles jenever erop en in het voorjaar kun je weer snoepen!

Stoofperen

Omdat het niet altijd naaiwerk moet zijn heb ik besloten ook wat retro-eetbaars te posten. Vandaag stoofpeertjes op azijn: superlekker en gemakkelijk!


Op het internet kun je natuurlijk veel recepten vinden, maar ik maak graag m'n eigen recept: het liefst met weinig suiker en een persoonlijke kruidenmix.

Harde, niet te rijpe peren schillen, klokhuis verwijderen en in vieren snijden (als je aan de echte stoofpeertjes kunt komen, des te beter).
In de pan doen en overgieten met - per kilo peren - een kwart liter rode wijnazijn. Pijpje kaneel toevoegen, 6 à 8 kardemompeultjes en 6 à 8 allspice-bollen. Dat laatste voor wie Britse relaties heeft, zoniet kruidnagels gebruiken - maar enkele, niet te veel, tenzij je aan erge tandpijn lijdt! Prima middeltje, maar qua smaak prefereer ik toch de allspice, met zijn veelzijdiger aroma.
Het zaakje aan de kook brengen en als de peren halfzacht zijn 300 g suiker toevoegen.
Als ze gaar zijn voorzichtig uit het vocht vissen en in bokalen doen. Daarna moet het vocht flink ingedikt (zeker de helft laten verkoken). Even laten afkoelen en over de peertjes gieten.

Goed houdbaar, heerlijk bij vleesgerechten of om zomaar van te snoepen!

Zomertas

Al lange tijd niets meer geschreven. Dat heb je met die zomeractiviteiten: tuinieren, volop groente en fruit verwerken... en tussendoor nog uitvliegen ook.

Anyhow, voor de zomer raakte ik nu toch in de ban van tassen! Kwam door m'n schoonzusje, die me met een hele reeks eigen creaties stikjaloers maakte.

Dan haal je dus wat lapjes te voorschijn en gaat aan de slag.
Eerst het zomermodel, net voor de vakantie.


Fleurig batikje en bloemen van de (Griekse) hospita op de achtergrond (ik kan haar aanbevelen, zo gul en goedkoop).

Het stofje kwam uit de doos "spullen van ondefinieerbare herkomst": acht kant en klaar (min of meer) vierkant geknipte stukken van zo'n 40 cm. Leuk motief, prima geschikt. Daarbij had de stof ook nog een soort van lichte coating, die waarschijnlijk enigszins beschermt tegen vocht en vuil.

Twee van die vierkanten fungeerden als voorpand (binnen- en buitenkant), twee als achterpand, twee (dubbel gevouwen) als zijpanden en een (dito) als onderkant. Het laatst overgebleven vierkant liet zich gewillig tot handvatten verknippen.
Twee (jawel) ritsen ingezet - uit mijn aanzienlijke voorraad écru ritssluitingen (ooit voor een opdracht ergens in het groot en in het zwart gekocht...) Zo heeft mijn tas dus twee ritsen die in het midden samenkomen - want met al die pickpockets kun je maar beter vooruitziend zijn, haha.

Hoe ik al die stukken met een minimum aan binnennaden op, in en aan mekaar gekregen heb? Tja, dàt is het typische foefelwerk - maar ook het spannende van recup!

En de wintertas? Die hebben jullie (en ik) nog te goed.

9 juni 2013

Witte bloes


Weer eens een oud kledingstuk hermaakt. En dat is, als je eraan begint, niet altijd vanzelfsprekend...

Deze bloes stamt vast uit de jaren '80. Draagt een etiketje 'maat 36', terwijl je er met enige goeie wil een aankomend sumiworstelaar in had kunnen persen. Een soort vleermuisvleugels als mouwen en het armsgat kwam haast tot de taille. En dan nog van die afgeronde slippen voor- en achteraan - brrr!
Kortom, weer 'stof genoeg' voor dubben en geërgerd kijken. Met mijn bekende koppigheid wou ik er toch iets van maken, voor de zomer.

Eerst die reusachtige mouwen eruit, want die wou ik in geen geval behouden. Wat overbleef bleek nog zo breed te zijn dat ik me afvroeg of daar voor één keer geen patroon van normale breedte op zou passen.
En ja, met enig kunst- en vliegwerk lukte dat ook! Om de herinnering aan dat oversized hemd uit te wissen koos ik voor een meer getailleerd model, mét borstnepen en deelnaden in de rug. Nog maar eens het trucje gebruikt van borstnepen schuin naar beneden, zoals bij dit jurkje - je ziet het eigenlijk niet, maar ik vond het mooi.
Weliswaar zijn de zijnaden hier enigszins golvend geworden (doordat ik ontbrekende centimeters vooraan achteraan bijgeknipt heb en omgekeerd) maar een kniesoor die daarop let.



Lastig was ook dat de stof onderaan bij de zijnaden zo hoog opgeknipt was (voor die verdraaide slippen) dat er niets anders op zat dan maar een extra stuk in te zetten - waarom ook niet? Twee driehoeken uit één zo'n wijde mouw geknipt - voor de variatie dwars op de stofrichting - en netjes ertussen gestikt . Ik vond dat wel mooi corresponderen met die schuine borstnaden (klik om te vergroten).



Voilà, zo zijn de paar mooie punten van deze bloes echt tot hun recht gekomen: de stof (met een discreet ingeweven ruitje met zilverdraad) het kraagje, de geraffineerde blinde knoopsluiting, het schuine borstzakje rechts, zelfs de plooitjes vooraan mochten behouden blijven.

Voor de foto's hebben we eens een fraaier decor opgezocht: het park van het Palais Royal in Parijs!

25 mei 2013

Feestjurk

Repareren is leerrijk
repareren is hip
repareren is nog duurzamer dan recycleren

... niet ik, maar de krant deze week, bij monde van keukenprinses Dorien Knockaert. De layoutman van dienst (kon haast niet anders zijn dan een man) ontwierp een voorblad onder de kop:

ZOT VAN KAPOT
Weg met de wegwerpmaatschappij

Zo horen we het ook eens van een ander...
Maar dat 'zot van kapot', nou nee. Repareren vraagt werk. Zoals aan deze 'hippe' jurk. Ook weer een cadeautje, als souvenir gekregen. Daardoor ken ik het jaartal: winter 1977.



Mijn enthousiasme was aanvankelijk nogal matig:
- toch wel een tuttig model, met die hoge halssluiting en - zowaar - pofmouwtjes
- het lijfje vele centimeters te smal voor mijn slanke leest
- in het patje met lusjes vooraan had de mot huis gehouden - de rest was gelukkig grotendeels gespaard gebleven.
Verder toch wel een fraai stuk: fijne wol, handgemaakt, rok met een mooie ruisende voering...

Deze jurk bleef dus geruime tijd in, of beter tegen de kast hangen, terwijl ik erover piekerde. Weg met dat wegwerpgedoe, akkoord, maar wat doé je ermee?

Eerst maar eens de zijnaden inspecteren, of daar misschien wat ruimte te winnen viel. Een goeie 2 cm naad, jawel, dat levert algauw een 6 à 7 cm extra breedte op (> 1,5 cm x 4 - reken voor en achter, links en rechts). En als het stuk dan nog wat krap lijkt laten ook de borstnepen (princessennaden) zich nog een half centimetertje uitstikken. Goed, het lijfje moest hier en daar een stukje los van de rok en ook de mouwen gingen eruit - maar dat zijn details natuurlijk. Met als prettige bijkomstigheid dat de fronsjes bovenaan de mouw (de beruchte pofmouwtjes) grotendeels verdwenen en zelfs de rits in de zijnaad weggelaten kon worden.



En dan het moeilijkste: wat doe je met de mot??! Mijn uitgebreide ervaring met zwarte stoffen leerde me dat je nooit, maar dan ook nooit dezelfde zwarte stof zult vinden, hoe groot je voorraad (van resten) ook is.
Maar als je dan toch aangewezen bent op een verschil, waarom dan niet meteen de vlucht vooruit? Vond ik daar niet nog een collectie fluwelen linten, waarvan er een precies - nou ja, krap - de juiste lengte en breedte had, en waarvan de glans zo mooi overeenkwam met de zwarte knopen? (en dat kleine foutje in de rand zou ik toch wel even onzichtbaar repareren...)

Hetzelfde gold voor de mottengaatjes in de rok. Het gedierte was zo lief geweest een bescheiden plekje uit te zoeken tegen de zoom of in de buurt van een naad. Stukjes fijn zwart lint met kleine steekjes tegen de achterkant genaaid en geen mens die er iets van ziet.

Dan blijft nog één vraag: waar kwam deze stof vandaan? Oost-Europa?

13 mei 2013

Sixties-rok


Deze stof kreeg ik ooit cadeau "van de jaren stillekes": 13 lange "spieën" (schuine driehoeken), naar men zei overblijfsels uit een confectieatelier.
De print deed me aan de vroege jaren '60 denken, aan wat toen voor 'modern' doorging (en alleszins mijn smaak niet was)...
Vond ze dus niet echt mooi, maar de stof was wel stevig, elastisch en niet rafelend.



Heel snel gepiept dus: de repen aan mekaar stikken, bovenaan bijknippen voor de taille (een paar cm minder rekenen dan de tailleomtrek), lintje aan de binnenkant in plaats van ceintuur, op de gewenste lengte afknippen en zomen.
En natuurlijk de rits niet vergeten (zoals ik eerst - met opzet - deed), zoniet wordt het wel wringen om erin te geraken...
Toch mooi geworden, deze (bijna) halvecirkelrok! (let niet op het beengarnituur)

Heb er dit vestje even bij aangetrokken. Geen retro, maar wel recup: volgens het etiket is de stof voor 50% gerecycleerd uit plastic flessen!
Lekker warm en licht. Een cadeautje uit Amerika.

29 april 2013

Schortjurkje


Dit stamt vast uit de vijftiger jaren. Net geen schort meer (toen nog met 'voorschoot' aangeduid; het equivalent voor mannen, de stofjas, heette een 'kiel') maar alvast een jurk, van het type dat huisvrouwen droegen bij hun dagelijkse bezigheden.
Heb toch even getwijfeld of het de moeite was er iets mee te doen, wegens al wat versleten en oudmodisch.

Maar ik moest enkel een paar plooitjes in de taille losmaken en nieuwe knopen aanzetten - want er zaten van die dikke donkere knopen aan, die je normaal alleen bij een jas zou verwachten.
Uit mijn recupvoorraad dus een discrete witte knoop gekozen. Wel een grote, want dat zijn de knoopsgaten ook.
Zou dat toen de mode geweest zijn?



Alweer veel te lang en te oma-achtig, deze jurk (en dan zit er ook nog een brede zoom in!)
Was het ding wat nieuwer geweest, dan zou ik zeggen: onderaan 30 cm eraf, leuk ceintuurtje erop, en je kunt met vakantie!



Zoals het nu is had ik eigenlijk moeten poseren met een bezem in de hand en een geruite doek om het hoofd geknoopt. Maar daar heb ik te laat aan gedacht en we gaan het onze fotograaf niet meer aandoen...

26 april 2013

Strandparasolstrepen


Dit was een overgeërfd setje van bloes en rok. De bloes had grote knopen achteraan en de rok een uiterst smalle ceintuur.
Aangezien ik meer van jurken hou heb ik beide aan mekaar gezet - simpel.



De borstnepen moesten wel eerst verplaatst (iets moeilijker) en de mouwtjes waren ook te eng. Daar heb ik gewoon het mouwnaadje opengetornd.

De achterkant is iets minder gelukt. Dat komt doordat ik te lui was om de twee panden van het lijfje ordentelijk aan mekaar te zetten (het is toch maar een oud ding, nietwaar). Dus heb ik het pand van de knopen gewoon over dat van de knoopsgaten gestikt.



En dat rare teken daar op de rug? Tja, daar zat een gat waar een knoop gestaan had. Blijkbaar had al voor mij iemand geprobeerd zich in het ding te wurmen... Dat gat viel niet te camoufleren, dus heb ik van de afgehaalde ceintuur een soortement van bloem geknutseld en die erop genaaid.
De achterkant onthult ook dat het ding eigenlijk te wijd is - maar ach, dat is een zwak van mij, wijde en lange rokken, zullen we maar zeggen. Misschien doe ik er nog ooit iets aan.

25 april 2013

Sashiko-experiment


Het begon (zoals altijd) met oude stukken stof die ik kreeg. Dat bleek een uitgehaald deux-pièces te zijn, dat z'n kleur en glans grotendeels kwijt was.
Tot je de stukken omkeerde: de binnenkant had een heel ander patroon, maar was wel nog mooi en glanzend.

Daarop kreeg ik natuurlijk de opmerking: nee nee, te fel van kleur!
En toen dacht ik aan de Japanse sashiko-techniek. Voor mooie voorbeelden moet je hier zijn. Alleen, wie heeft er nu de tijd en het geduld van die Japanse vrouwen?!

Enfin, een patroon gezocht en een plan uitgebroed: het werkstuk zou helemaal, 100% recup worden, tot het laatste draadje en knoopje toe! Want ook de Japanse vrouwen hergebruikten alle mogelijke stoffen, die volgens een quilttechniek versterkt en samengenaaid werden tot een warm kledingstuk.

Eerst de stukken knippen dus, niet alleen het vest maar ook de voering(en). Tussen twee lagen oud katoen (een mooie en een lelijke) puzzelde ik aan elkaar geregen lappen van oude wollen truitjes tot een soepele wattering.

En dan het borduurwerk... Dat heb ik maar op de buitenste laag stof aangebracht, want om door al die lagen heen te prikken had ik de moed niet. De voeringen met het laagje wol werden mooi ruitvormig doorgestikt en de lelijke kant kwam aan de binnenkant, dat spreekt.
De zichtbare voering (zie laatste foto) is een lichtblauwe stof met ingeweven motiefje, die oorspronkelijk tot een Zwitsers dekbedovertrekje behoorde.

En dat borduurwerk? Dat viel eigenlijk best mee. Het is dan ook zo beperkt gebleven dat het nauwelijks opvalt... maar had toch het effect dat de felle kleuren van de stof door de (lichtblauwe) steekjes wat gebroken werden.
Hier enkele details:

van de rug:



het voorpand:



een mouw:



En de tweede mouw, net als het geheel, zie je hier (klik voor een vergroting):



Nog een detail: het blinkend dingetje op de kraag is ook iets ouds. De bedoeling ervan is me eigenlijk een raadsel: het is geen broche, geen gesp, geen sluithaak... Maar ik vond het toch de moeite waard om even met een draadje te bevestigen (kan altijd losgetornd worden voor de was).

23 april 2013

Nog een batik


En hier is batikjurk nummer twee (moest eventjes poseren als de Pop van Offenbach - nee, niet de nieuwste).



Langs de hals kwam een strook zwarte popeline, schuin geknipt, dus geen afwerking nodig.



Geef toe, die batiks zijn toch fantastisch... Kleurvastheid en exacte bedrukking niet altijd gewaarborgd, maar zo mooi!

Batikjurkje


Batikstofjes vind ik nostalgisch. Al was het maar omdat je in de vroege jaren '70 opzien kon baren door gehuld in zo'n sarong de stad in te trekken (al was een studentenstad in de hippietijd wel een en ander gewend).

Vorig jaar stootte ik onverwachts op een mooie collectie batiks, in de shop van het Museum Nusantara te Delft. Kocht dus met korting twee 'ouwetjes' in bruinachtige tinten (destijds door Indonesische vriendinnen als tua betiteld - iets voor oudere dames dus).

Ik koos maar eens een klein motiefje, want dat verwerkt gemakkelijker. En met de mooie diagonale belijning is een ingewikkeld model niet nodig.

Iets voor de zomer dus!

22 april 2013

Blauwe bloes


Op de een of andere manier vinden Vintage-stukken (zeg maar gerust: ouwe rommel) altijd hun weg naar mij - zoals het water naar de zee.



Deze mooi handgenaaide bloes zag er niet eens gedragen uit. Geen wonder ook: onderaan zat een brede band die in tegenstelling tot de rest kennelijk voor een wespentaille bedoeld was.

Een klein werkje: de band lostornen, in de lengte in tweeën knippen, aan mekaar zetten en weer aan de blouse bevestigen.

Niet meteen een stuk dat je iedere dag draagt, maar voor een deftiger gelegenheid kun je ze toch eens uit de kast halen!
Of het zijde is weet ik niet, maar voelt wel lekker koel aan.

Antieke kralen


Uit een van de vele oma-nalatenschappen een collectie kralen geërfd.

Deze zijn van glas met (hier en daar) vergulde facetten. Ze waren er in wel vijf verschillende groottes, dus dat werd een beetje puzzelen. Ik vond ook een paar kleine witte kraaltjes voor ertussen - helaas te weinig. Dan maar het doosje aangesproken met het etiket 'kaviaar': de piepkleine zwartjes. En voor de afwisseling tussendoor nog wat andere eenzame kralen gebruikt (klik om te vergroten).



Geef toe, ze passen zich aan elke achtergrond aan:



Het enige euvel van dit werkje is dat ik niet zo'n kralenrijgster ben. En dus ook niet over het juiste materiaal beschik. Deze zijn op nylondraad geregen en zo stevig mogelijk vastgeknoopt.
Maar ik durf ze niet buitenshuis te dragen, omdat ik de hele tijd bang ben dat de knoop zal lossen...

21 april 2013

Hartverwarmertje


"In den ouden tijd" noemden ze dit een "chauffe-coeurke". Niet echt een modelletje voor dit seizoen, maar omdat de lente wel erg lang treuzelt, wil ik het toch nog even doorgeven:



Heel simpel ontwerp, hier uitgevoerd in wat onze moeders "kousewol" noemden: van die dunne, sterke breiwol voor sokken, meestal in grijzig-grauwe tinten. Daarom (en om te vermijden dat het werkje eindeloos duurt) maar wat gevarieerd en gecombineerd met andere restjes wol.



Wat losser en open gedragen mag ook (mijn probeersel is sowieso smal uitgevallen).



Achteraan zie je dus de echte kousenwol. Gespikkeld zelfs (klik om te vergroten).

Het ding is gebreid in ribben 2/2 (2 recht 2 averecht) en met (dunne) dubbele draad.

Zet genoeg steken op voor 38 cm breedte (nee, niet uitrekken, want dan krijg je iets als dat van mij - tenzij je over een slank figuurtje beschikt).

Je breit rechttoe rechtaan tot een hoogte van (jawel) 50 cm.

Dan maak je van iedere steek twee steken en breit dapper verder: nog 17 cm erbij. Intussen varieer je een beetje met de kleuren draad (resten) die je ter beschikking hebt, want het heet hier recup natuurlijk!

De steken afzetten en het ding dubbel vouwen (begin en einde op mekaar leggen).

Twee zijnaden vormen door de eerste en de laatste 17 cm zowel links als rechts aan mekaar te naaien.

Geloof het of niet, dan krijg je dus het ding hierboven!