do it yourself

26 november 2013

Duurzaam in de tuin (2)


Met deze donkere dagen valt er in de tuin niet veel meer te doen. Maar het oogsten gaat lekker door:

- spruitjes
- paarse boerenkool ('Red Russian Kale', Brits): weelderig groeiend maar niet helemaal winterhard
- gewone groene boerenkool (Hollands), wel winterhard
- komatsuna, een Japanse bladkool, heerlijk voor in stamppot! Qua smaak enigszins te vergelijken met de (oer-Hollandse) raapsteeltjes.
- rucola - "la roquette", zeggen de Fransen verlekkerd - doet het altijd.
- nog sla: Rosita of 'wonder der vier jaargetijden': altijd zacht blad, zelfs als ze opgeschoten is.
- een paar (al wat verpieterde) ijskegeltjes (radijzen)
- rettich, een pittige, knapperige witte ramenas met grote opbrengst ('Münchner Bier', typisch Duits dus)
- aardperen: heerlijke groente voor mensen met sterkere darmen
- zoete koolrapen die in noordelijker landen (Nederland, Schotland...) heel groot kunnen worden, maar hier toch ook niet te versmaden.
- snijbiet - heb vandaag geleerd dat ze die ook 'doorlevende spinazie' noemen. Je kunt de dikke zaden makkelijk elk jaar opnieuw zaaien voor fris blad - tot zo lang eet je natuurlijk van de oude.
- nieuw-zeelandse spinazie is ook een optie, die blijft maar nieuwe scheuten vormen.
- pompoenen, in de gang of de garage zeer lang houdbaar (koel dus, maar niet te koud). De smaak wordt alleen maar beter.
- de laatste rode en (jawel) gele bieten:




Het zaad voor die gele bieten komt ook uit Groot-Brittanië. Ik dacht aanvankelijk dat ze op de rode zouden lijken en zette ze zo'n beetje door elkaar heen. Resultaat: die gele kanjers overgroeiden de rode compleet. Dit jaar staan ze dus in een rijtje apart, achteraan.
Ze zijn heel zoet en lekker, en smaken absoluut niet biet- of raapachtig. Gewoon schillen, het witte vruchtvlees in blokjes snijden en stoven zoals worteltjes. Ook het blad is eetbaar, als snijbiet.

- en tenslotte natuurlijk de prei. Wordt stilaan voldoende dik.




En wat staat daarachter zo weelderig te wezen, zult u vragen?
Ha, dat is het geheim van de smid: phacelia, een fantastische groenbemester. Uit te zaaien op alle afgeoogste perceeltjes: na de aardappelen, de uien, de boontjes... Komt eerst zo'n beetje schuchter op maar palmt daarna ieder vrij plekje in. Geen onkruidje dat er nog doorkomt!
Wanneer het zwaar gaat vriezen - meestal pas eind januari - gaat ze eraan en in de lente staan alleen nog wat droge stengeltjes overeind: dan is de grond perfect om erin te vliegen, je kunt zo zaaien of planten.
Dit is echt de duurzaamste manier om je grond goed te houden, zonder enig spitwerk. En in tegenstelling tot andere groenbemesters (mosterdachtigen en zo) interfereert hij met geen enkele van je groenten! Past in alle vruchtwisselingschema's.

2 november 2013

De confituren


Ooit heb ik me voorgenomen geen groenten meer in te vriezen noch confituur te maken. Want dat was zowat de hoofdbezigheid van de zomervakanties in mijn kinderjaren... in een snikhete veranda, pfff! Groenten zouden meteen na het oogsten verorberd worden, wat over was weggegeven, en fruit? Dat zou ik gewoon niet zetten.
Maar in werkelijkheid brokkelen principes net zo af als andere leeftijdsverschijnselen. Boontjes eet ik nog altijd het liefst vers, peultjes en zo gaan er ook goed in. Maar reuzestukken pompoen, prei die dreigt door te schieten en andere groenten waar je je zat in gegeten hebt... toch maar de diepvries in.

Fruit had ik zoals gezegd niet. Maar met een grote moestuin zijn aardbeien toch wel praktisch - voor de vruchtwisseling en zo. Frambozen stonden er al, een zomer- én een herfstras, evenals ordinaire rode bessen die ik het eerste jaar genegeerd heb maar die later Jostabessen bleken te zijn! En ook vanuit het ouderlijk huis kwamen smeekbeden om het vele fruit te komen plukken.

Op de zenstages die ik regelmatig bijwoon daagt ieder jaar een Fransman op, Gilles, met een hele collectie confituren. Die laat hij proeven bij het ontbijt en verkoopt ze dan: allerlei speciale en gekruide combinaties, waar ik een gretige afnemer van was. Maar zelf confituur maken, poeh! Dan moet je tonnen suiker aanslepen en van die vieze toevoegsels gebruiken voor het dikken en bewaren, zo vond ik in mijn jongere (en fanatiekere) periodes.
Maar intussen koopt een mens wel confituur, zo nu en dan. Het is zoals met cake: als ik zo'n 4/4 recept bekijk slaat de schrik mij om het hart! Suiker, boter, eieren... al wat ongezond is, en dikmakend bovendien. Wat niet belet dat ik wel met smaak een stuk cake zal verorberen, als ik de kans krijg. Zo is de mens...

Wie mij echt over de streep heeft getrokken, was Madam Confituur. Al die fijne en originele recepten, dat moet toch kunnen! En zij doet dat geheel complexloos... met 'confituursuiker'. Zou ik dan toch maar niet??...
Mijn supermarkt bleek intussen over een heel assortiment van dit artikel te beschikken: de klassieker, 1 kg suiker voor 1 kg fruit, maar ook: 500 g suiker voor 1 kg fruit en zelfs 500 g suiker voor 1,5 kg fruit! Perfect natuurlijk, als je niet van dat mierzoete spul op je boterham wilt.

Het is dus zoiets geworden:


Natuurlijk is er al een deel van opgegeten respectievelijk weggegeven, maar nog keuze genoeg:

De eerste waren aardbeien met kardemompeultjes en kafferlimoenblad (heb ik een paar planten van, door broer gezaaid met zaad uit Thailand).

Daarop volgden Jostabessen met perziken (die toen goedkoop waren). Jostabes, voor wie ze niet kent, is een Duitse uitvinding: een kruising tussen blauwe bes en kruisbes (stekelbes, zeg maar). Maar om het effect van pitjes en velletjes te verzachten doe ik er graag wat zacht fruit bij.

Dan kwamen de stekelbessen, met appels (om dezelfde reden), saffraan en kaneel.

Daarna frambozengelei.

Pruim en jostabes (die bleven maar komen) met groene anijs (uit de Turkse winkel).

Nog eens blauwe pruimen met een rest rabarber, munt en grappa (een geintje, smaakt niet erg door).

Bramengelei met wat framboos en appel.

Een derde oogst blauwe pruimen met kaneel, groene anijs en kardemom. (Nog een geluk dat de gele pruimen gebarsten en afgevallen waren door de regen...)

Moet ergens ook nog een scheut amandelextract bij gegooid hebben, maar weet niet meer waarin. En ergens anders een rest cocospasta (van Oxfam, te zoet naar mijn smaak).

En de laatste jamsessie van het jaar - oef oef! - was dwergkwee (sierkwee) met peren, vanille en kafferlimoen.

Ben bijna zelf een madam confituur geworden...


PS op 11 november:
Mijn verzuchting van hierboven werd geen werkelijkheid. Want daar kwam schoonzus aanzetten met drie potten frambozensap uit de diepvries (fijn dat ik ze zelf niet moest persen!) OK dan, enkele bananen erbij gemixt, een scheut zure granaatappelsiroop uit de Turkse winkel - voor het zuur-zoet-evenwicht - en, voor een bijzonder smaakje: ditmaal wat Griekse salie (zoeter en aromatischer dan de bittere salie uit ons klimaat). Toch weer vijf potten, en... lekker!

1 november 2013

Duurzaam in de tuin


Van lange duur, iets wat lang meegaat, zegt het woordenboek.

Een paar jaar geleden wou ik nog eens artisjokken zaaien. Mooie plant en lekkere bloemknoppen vooral.
In ons klimaat moet je echter geduld hebben: tot die plantjes in de volle grond mogen, tot het eindelijk zomer wordt, en als ze volop aan de groei en bloei gaan... dan kondigt het najaar zich alweer aan en moet je met weinig genoegen nemen.
Toen de vorst inviel zaten we in het buitenland. Broer-tuinier een mail gestuurd, die meteen een groot vel plastiek over de planten heeft gedrapeerd. En wonder boven wonder: ze overleefden niet alleen de lange koude winter maar behielden zelfs hun blad. Zo konden we in de lente alweer artisjokken eten. In deze contreien nooit vertoond!
Toen kwam er een natte zomermaand aan (ik herinner me al niet meer welke) en viel een van mijn planten om. Er zijn tuiniers die elke onregelmatigheid meteen opruimen, maar zo niet deze: hier mag een plant zich al eens onvoorspelbaar gedragen, opkomen waar het niet hoort enz... we zien wel wat ervan komt.
En kijk, na een paar weken kwamen aan de basis van de verrotte plant jonge scheutjes te voorschijn. En later - véél later - toen de andere twee tenslotte uitgebloeid en verdroogd waren: daar warempel ook.


Als dat geen duurzame artisjokkenkweek is! Het plastic voor de volgende winter ligt al klaar.

Een ander voorbeeld: de peterselie. Je zaait ze, het kan heel lang duren eer je er iets van hebt en de volgende lente schiet ze door.
Niet opruimen dus, desnoods even verplaatsen als je op die plaats wat anders wilt: hier staat ze dus naast de artisjok.

















Vorig jaar waren de planten aan het einde van de zomer al verdroogd en heb ik ze afgeknipt en op een vrij plaatsje neergelegd.
Daaronder kwamen piepkleine kiemplantjes op die zonder enige bescherming de winter doorkwamen - dat is nu een maal de functie van kiemplantjes bij tweejarigen. Het resultaat?



De plant op de achtergrond is ditmaal geen artisjok maar een kardoen. Door de late zomer ook niet tot volle wasdom gekomen, maar we zien wel hoe het er verder mee gaat.